Algemene gegevens |
BHS-nummer |
Scheepsnaam |
Type schip |
Gebouwd van |
Bouwjaar |
Werf |
Plaats van de werf |
10431 |
Vrouwe Elisabeth |
klipper |
staal |
in 1907 |
Appelo, H. |
Zwartsluis |
|
Gebied en vracht |
Oorspronkelijk vaargebied |
Oorspronkelijk soort vracht |
Huidige ligplaats |
binnenwateren + Waddenzee |
droge lading |
Rotterdam en omgeving, Waterweg en Z-H eilanden |
|
Korte geschiedenis van dit schip |
“HEEE!!! Dat is het schip van mijn ome Jan.” Dit riep een toevallige passant en hij herkende het schip aan een klein detail. Leuk! Zijn oom voer tot 1919 wekelijks tussen Meppel en Amsterdam met grondstoffen voor de veevoederfabriek. Hij stak met het schip bij elk weer de Zuiderzee over. Maandag vertrekken en donderdag weer terug. Ook bij slecht weer. Hij kreeg daarom als bijnaam “Jan Zeewater” en hij maakte het soms zo bont dat geen knecht meer mee durfde. Die zeiden "als ik wil verzuipen, spring ik hier wel gelijk de haven in”.
Het schip heeft verschillende namen gehad. Gedoopt in 1907 als “Berendina”, werd het na 1919 “Risico”. Rond 1961 “Dankbaarheid”, in 1990 gevolgd door “Vrouwe Elisabeth”. Met deze laatste naam is het schip vernoemd naar de moeder en de schoonmoeder van de huidige schipper.
De familie Poldervaart bewoont en vaart het schip sinds 1990. Het was toen al deels gerestaureerd. In 1993 kwam het schip weer onder zeil. Een mooi mo(nu)ment!
Vaste ligplaats is Ooltgensplaat. Van daaruit werden in 23 jaar tijd 175 reizen en reisjes gemaakt, 1200 vaardagen. Het schip meerde zo’n 550 keer af in andere havens en lag 400 nachten ten anker. Havens die werden aangedaan: Noordpolderzeil, Coevorden, Wessem, Antwerpen, Den Helder, Schiermonnikoog en bijna alles er tussenin. |
|
Illustraties: |
|
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Vrouwe Elisabeth Onder vol tuig Gemaakt op/in: 2006 Copyright © Hajo Olij.
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
Maten |
Lengte |
Breedte |
Diepgang |
Holte |
Tonnage |
Hoogte mast |
26 m 20 cm |
5 m 00 cm |
1 m 10 cm |
1 m 90 cm |
127,000 ton |
19 m 70 cm |
|
Brandmerken: |
Gegevens van het kadasternummer (brandmerk) “23 B Assen 1927” |
Brandmerk |
Naam eigenaar (vlgns kadaster) |
Naam schip (vlgns kadaster) |
Bijzonderheden |
23 B Assen 1927 |
- |
- |
- |
|
Motoren: |
Merk |
Type |
Serienr. |
Bouwjaar |
Nieuw of gereviseerd? |
Jaar geplaatst |
Jaar afgedankt |
Kaeble diesel |
GN 130 S |
– |
1951 |
– |
– |
– |
|
Merk |
Type |
Serienr. |
Bouwjaar |
Nieuw of gereviseerd? |
Jaar geplaatst |
Jaar afgedankt |
Kealble |
– |
– |
1951 |
– |
– |
– |
|
Verhalen over dit schip: |
In december 1990 het schip gekocht van drh. de Visser en hard aan het klussen gegaan. Binnen moest nog veel getimmerd worden en buiten was alles gereicht op onderhoud en onder zeil brengen. Zeil zetten vond plaats op 29 juli 1993. Dat was op het Markermeer van Durgerdam naar Enkhuizen (de renie). Heel spannend en heel bijzonder. Na zo lange pauze weer onder zeil. Eerst een paar jaar zonder kluiverboom gezeild, maar die staat er inmiddels ook op. Sinds 1997 dus echt volledig getuigd. Een schitterd gezicht en bij windkracht 5 tot 6 loopt het schip met gemak moderne zeiljachten op. Een advertentie in de Schuttevaer leverde niet meer informatie over het schip dan wat al bekend was. Maar vorig jaar in het haventje van Wijdenes kwam er iemand buurten die beweerde dat het schip van Jan Zeewater was geweest (de bijnaam van de eerste eigenaar). Nou, dat klopte, want die informatie was al verkregen van de zoon van de eerste eigenaar. Heel apart en leuk als iemand met zoiets komt. Je doet dan gelijk weer extra informatie op zoals de reden waarom het schip zulke brede gangboorden heeft. Daar passen vaten in en balen stro (hadden ze die toen al?) en dat kwam goed van pas in de beurtvaart. Ook werd uitgelegd hoe bij hoge deklast het stuurwiel hoger geplaatst kon worden. Bijgaande foto is genomen in het haventje van Wijdenes. Volgens de havenmeester waren wij het grootste schip dat hij tot dan toe ooit in zijn haven had gehad. Een hoogtepunt in 1997 was de officiële registratie als varend museumschip, al moet er nog wel geschouwd worden voor indeling in een bepaalde klasse. Het schip oogt goed ouderwets en is lekker zwart (leuk als bij de sluis omgeroepen wordt dat de jachtjes moeten wachten tot "die zwarte klipper" binnen is). Klaar is het schip echter nog lang niet. |
|
Bijzonderheden |
zij is heeeeeeeeel mooi, volledig getuigd. In de winter niet helemaal representabel want dan staat er een stuurhut op het achterdek. |
|