Algemene gegevens |
BHS-nummer |
Scheepsnaam |
Type schip |
Gebouwd van |
Bouwjaar |
Werf |
Plaats van de werf |
10470 |
Goede Verwachting |
klipperaak |
ijzer |
in 1915 |
Eikelboom |
Hoogeveen |
|
Gebied en vracht |
Oorspronkelijk vaargebied |
Oorspronkelijk soort vracht |
Huidige ligplaats |
Nederland (voormalige Zuiderzee, rivierenen kanalen). |
Oorspronkelijk turf van NO-Nederland naar Bodegraven. Lag in 1917 met munitie op Noordzeekanaal voor de mobilisatie WO-I. Later hout, landbouwproducten en kunstmest van IJmuiden naar Friesland |
Flevoland (excl. Noordoostpolder) |
|
Korte geschiedenis van dit schip |
Het schip is als Soli Deo Gloria vanaf de bouw in 1915 tot 1963 in bezit geweest van de familie Stoter. Toen werd het verkocht aan de gebroeders Fortuin. De drie broers zeilden daarvoor vracht met moeder en zuster op de tjalk Goede Verwachting van circa 90 ton. Daarom hernoemden zij de klipperaak in Goede Verwachting. Nog steeds ongemotoriseerd voeren zij veelal met 100 ton kunstmest van IJmuiden naar Friesland met een opduwer, waarbij soms van een steunzeil gebruik werd gemaakt.
Dit hebben zij volgehouden tot 1983. Toen kwam Frederik Fortuin te overlijden. Het schip bleef in het Noord-Hollands kanaal bij Buiksloot voor de wal liggen.
In 1985 kochten wij daar het schip en hebben haar gemotoriseerd. In het begin zijn we veel met het schip gaan varen tot in Frankrijk, Duitsland en Denemarken aan toe. Ondertussen werd het schip gerestaureerd en weer onder zeil gebracht. Daarvoor moest het nodige ijzerwerk gebeuren. Begonnen is de roef, die zeer slecht was, te restaureren, inclusief de betimmering. Daarna kwamen o.a. mastdek, denneboom, potdeksel, bolders, lieren etc. aan de beurt. Ondertussen werden ook de mast, giek en zwaarden in eigen beheer gemaakt.
In 1995 is het schip voorgedragen voor de Monumentenlijst en als eerste schip in het nationaal register ingeschreven.
In 2007 is de originele opduwer weer teruggekocht. Deze was in 1985 geruild voor een nieuwe koppeling van de handelaar Gerrit Berkelaar.
De huidige functie is wonen, varen en in stand houden! |
|
Illustraties: |
|
Voor het huis van de turfhandelaar Stoter. Bodegraven Gemaakt op/in: ca. 1937
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Gemaakt op/in: ca. 1990
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Fam. Fortuin geladen varend met de opduwer onderweg van IJmuiden naar Friesland Gemaakt op/in: ca. 1975
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Y-zeilen, Markermeer Gemaakt op/in: 2009 Foto: Hayo Olij.
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Goede Verwachting Y-zeilen 2013 Gemaakt op/in: Y-zeilen 2013 Foto: Hayo Olij.
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Goede Verwachting ex "Soli Deo Gloria" vermoedelijk Oude Rijn bij Zwammerdam Gemaakt op/in: jaren 30 ?
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Noord-Hollands kanaal richting Y Gemaakt op/in: 1970-1980
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Gemaakt op/in: zomer 2019
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
Maten |
Lengte |
Breedte |
Diepgang |
Holte |
Tonnage |
Hoogte mast |
25 m 15 cm |
5 m 15 cm |
1 m 30 cm |
1 m 72 cm |
128,000 ton |
19 m 00 cm |
|
Motoren: |
Merk |
Type |
Serienr. |
Bouwjaar |
Nieuw of gereviseerd? |
Jaar geplaatst |
Jaar afgedankt |
DAF |
615 |
– |
1974 |
– |
– |
– |
|
Merk |
Type |
Serienr. |
Bouwjaar |
Nieuw of gereviseerd? |
Jaar geplaatst |
Jaar afgedankt |
Daf |
615 |
– |
1979 |
– |
– |
– |
|
Verhalen over dit schip: |
Deo Gloria" (alleen God de Glorie) op de werf van Eikelboom voor fl 6000,--. Deze werf werd later overgenomen door Rhijnvis. Helaas is er nagenoeg niets meer van de werf terug te vinden. Alle sloten en kanalen zijn in de loop der tijd in Hoogeveen gedempt. Op de plaats van de werf is nu een uitvaartcentrum, waar iedere overledene zijn laatste (uit-)vaart begint.
De opdrachtgever destijds was Hendrik Stoter, schipper en turfhandelaar, gevestigd in Hoogeveen. Deze schipper had een vergunning voor eigen handel in Bodegraven. Uit de overlevering is gebleken dat de turf onder andere aan de bakkerijen van Bodegraven, Nieuwerbrug en Driebruggen werd geleverd. Dit ging blijkbaar zo goed dat de schipper zich kon veroorloven in Bodegraven een huis te kopen en zich daar vestigde. Zijn zoon Johannes Stoter zette de schipperij voort, eerst met zijn vrouw en later met een knecht (Hilbert Lubbers). Men voer aanvankelijk op de zeilen of liet zich slepen, later werd gebruik gemaakt van een opduwer. Omstreeks 1938 begon Johannes een bedrijfje in het maken van betonblokjes in Bodegraven, deze blokjes worden heden ten dage nog gebruikt als vulblokjes in de bouw. Frappant is wel de overeenkomst in vorm tussen turven en deze betonblokjes. Johannes ging aan de wal en deed het schip over aan zijn over aan zijn broer Harm Stoter.
Harm Stoter zette het varen voort samen met zijn vrouw Jaantje en hun twee kinderen Albert en Froukje. Omdat de turfvaart behoudens een paar vrachtjes in de oorlog een afgelopen zaak was, werd er ook over de beurs gevaren met voornamelijk granen, hout en bouwmaterialen. De laatste turf moet ongeveer in 1949 zijn verscheept, dit is vooral nog zolang doorgegaan omdat de ovens van de bakkers geschikt waren om te stoken op turf. Zij moesten investeren in nieuwe ovens om ook andere brandstoffen te kunnen gebruiken. Pas in de jaren vijftig werd het mastdek naar voren geplaatst en het tuig verkleind, zodat het alleen nog als steunzeil werd gebruikt en men zich door de opduwer liet voortstuwen. Harm heeft het schip tot 1963 in zijn bezit gehad. Daar geen van zijn kinderen het schip wilden overnemen werd het schip toen aan de bekende familie Fortuin verkocht voor ongeveer fl 11 000,--.
De familie Fortuin was toen al min of meer uitzonderlijk in de schipperij, omdat zij met hun ca. 90 tons tjalkje als laatste vrachtvaartuig ongemotoriseerd, dus op de zeilen of slepend hun brood verdienden. Het tjalkje vaart momenteel, bijna onherkenbaar, in de chartervaart als de "Zwarte Ruiter".
De broers Piebe, Freek, Ruurd, hun zuster Anne en hun moeder namen het schip over en vernoemden de "Soli Deo Gloria" naar hun tjalkje "De Goede Verwachting". Door de Soli Deo Gloria te kopen hebben zij voorkomen, dat het schip destijds is gesloopt of gemoderniseerd. Zij hebben nooit iets aan het schip verandert en hebben met opduwer en af en toe een steunzeil tot 1983 vracht gevaren over de beurs. De taakverdeling was Frederik op het voordek, Piebe als schipper bij de helmstok en Ruurd in de opduwer (die zij ook wel oude hufter noemden). Vaak werd in IJmuiden kunstmest geladen naar Friesland, o.a. naar Donkerbroek, Wijnjeterp en Olderberkoop. Zij waren door de toenmalige schaalvergroting in de binnenvaart op het laatst een van de weinigen, die deze plaatsen aan de Opsterlandse Compagnonsvaart konden bereiken met 100 ton kunstmest. De maximum diepgang was daarbij ongeveer 1.45 meter. Tot 1983 deden zij ongeveer 10 reizen per jaar. Toen overleed Frederik Fortuin en kwam het schip stil te liggen in Amsterdam-Noord. Zij misten nu namelijk een bemanningslid om het schip te bemannen.. Mede vanwege hun hoge leeftijd zagen de overgebleven broers Piebe en Ruurd zich genoodzaakt het schip in 1985 te koop aan te bieden.
Zodoende kon ik destijd het schip aanschaffen. Als een van de eerste zaken heb ik het schip gemotoriseerd. Dit omdat ik het schip samen met mijn vrouw wou kunnen varen en je feitelijk niet meer aan het huidige scheepvaartverkeer kunt deelnemen met alleen en opduwer. We zijn van het begin af aan veel met het schip gaan varen. In de vakanties, tot in Frankrijk en Duitsland aan toe. De bedoeling was echter om haar weer onder zeil te brengen, zoals destijds in 1915. Maar voor het zover was moest eerst het nodige ijzerwerk gebeuren. Begonnen is de roef die zeer slecht was te restaureren, incl. de betimmering. Daarna kwamen achtereenvolgens, o.a. mastdek, denneboom, deels het potdeksel en de lieren aan de beurt. Hierna is begonnen aan de mast, giek en zwaarden. Anders dan meestal tegenwoordig in de chartervaart het geval is, is nagenoeg alles met eigen handen en middelen uitgevoerd. Met de aanschaf van een tweedehands zeil uit de chartervaart kon vanaf 1993 weer met het schip worden gezeild. Daarbij werd getracht om, ondanks de aanpassing aan de eisen van de (huidige) scheepvaart en bewoning, zoveel mogelijk het uiterlijk na te streven van een zeilvrachtschip uit 1915. Mede hierdoor is het schip in 1995 voorgedragen voor de Monumentenlijst van het Nationaal Register Varende Monumenten en als eerste schip hierin ingeschreven.
Met name nieuwe regelgeving op het gebied van vergunningen voor o.a. ligplaatsen, accijnzen voor diesel, afmeerverboden en allerlei gemeentebelastingen, maken dat het steeds moeilijker en duurder wordt, om een schip op niet commerciƫle basis te behouden. Regelgeving en commercie vereisen, dat er aanpassingen worden gedaan, die het historische uiterlijk geweld aandoen (zoals dat in de chartervaart het geval is). Hopelijk leidt het register in de toekomst tot meer erkenning van de historische waarde van schepen, opdat naast de soms beschermde stads- en dorpsgezichten ook de daarbij behorende oude schepen behouden blijven. Ook de restauratie van historische schepen zou daarom gestimuleerd moeten worden, anders zullen er nog meer schepen verdwijnen of verbouwd worden. Het gaat hierbij slechts om enkele honderden historische schepen, die er nog over zijn van de vele tienduizenden, die vijftig tot honderd jaar geleden nog de Nederlandse wateren bevoeren. Ook is het belangrijk, dat het mogelijk blijft om met dit soort schepen te kunnen blijven varen en dat de regelgeving van de overheid hier rekening mee houdt. |
|
Bijzonderheden |
Geregistreerd monument registratienummer 1, klasse A3. Restauratie afgerond in 2000. In 2001 is de originele opduwer verworven en kan het schip weer zowel op de zeilen als met de opduwer als voorstuwing varen. |
|