Hubertus

Details over het schip Hubertus, BHS nummer 10128


Algemene gegevens
BHS-nummer Scheepsnaam Type schip Gebouwd van Bouwjaar Werf Plaats van de werf
10128 Hubertus Groninger Tjalk ijzer in 1888 Scheepswerf de Koningspoort Vierverlaten
Gebied en vracht
Oorspronkelijk vaargebied Oorspronkelijk soort vracht Huidige ligplaats
binnenwateren& Duitsland vracht& steenkool& graan Amsterdam en omgeving, Zaanstreek en Haarlem
Websites:
Dit schip komt voor op de website:
(tip: Klik op onderstaande link. De website opent dan in een nieuw venster.)
http://www.schuttevaer.nl/schipenbedrijf/artikelen/id49-Een_zeilend_clubhuis_voor_vrienden.html
Beschrijving Trefwoorden Bijzonderheden
Multimedia deel van Weekblad Schuttevaer. Onder "Schip in bedrijf" Weekblad Schuttevaer. Achtergrondartikel in "Schip en Bedrijf" Deze link is een verwijzing naar de elektronische versie van Weekblad Schuttevaer van 21 januari 2009
Maten
Lengte Breedte Diepgang Holte Tonnage Hoogte mast
22 m 89 cm 5 m 16 cm 0 m 80 cm 2 m 65 cm 21 m 00 cm
Brandmerken:
Gegevens van het kadasternummer (brandmerk) “259 B Breda 1928”
Brandmerk Naam eigenaar (vlgns kadaster) Naam schip (vlgns kadaster) Bijzonderheden
259 B Breda 1928 - - -
Motoren:
Merk Type Serienr. Bouwjaar Nieuw of gereviseerd? Jaar geplaatst Jaar afgedankt
DAF 825 Overig 1985
Merk Type Serienr. Bouwjaar Nieuw of gereviseerd? Jaar geplaatst Jaar afgedankt
Kromhout Overig 1976 1985
Verhalen over dit schip:
De boot gemist....

Iedereen wil op zijn tijd weer eens een avontuur, zeker ter onderbre-
king van zijn of haar midlife. Nu, die kans wordt je soms geboden:
" De Bontekoe Race". Dat leek me wel wat

Met Borrel en Erik als schippers vanuit Hoorn het IJsselmeer op, schonk
mij volledig vertrouwen op een goede afloop.

Zaterdag, 27 oktober 1996. Half tien zou het startsein klinken: 13 schepen
t.w. klippers, tjalken en botters zouden zich meten met elkaar.
Nu dacht ik dus mijn wekker juist ingesteld te hebben op half 8. Toch moet
er echter iets niet goed gegaan zijn. Rond 9 uur schrok ik wakker en wist
dat het fout zat. Tegen beter weten in scheurde ik om kwart over 9 in de
richting van Hoorn. Het liefst was ik met auto en al zo aan boord gereden.
Parkeerplaatsen genoeg, maar allemaal vergunninghouders die daarvan
gebruik mochten maken, maar ik niet. Hollen, rennen, vliegen, het mocht
niet baten. Met zweet op 't voorhoofd zag ik mijn avontuur de haven uit-
varen. De teleurstelling en woede moeten tastbaar zijn geweest.
Ik had mijn bagage maar weer opgepakt en ben onverrichterzake terugge-
keerd naar Heerhugowaard. Van doffe ellende ben ik maar naar mijn
buurvrouw gegaan, wiens man nu in vreugde de start mee zou maken. Je
begrijpt dat mijn buurman aan boord was.
Doch na enige uren, herstelde mijn humeur zich en ik had mijn hoop en
zegen gericht op de tweede dag van de race.
s'Middags om 4 uur stond ik weer in de haven in afwachting van de bin-
nenkomst van de Hubertus. Vele schepen voeren binnen, echter nog geen
Hubertus. Ik sprak een schipper aan om te horen of hij iets had vernomen.
Als antwoord kreeg ik, je bedoelt die dikke Tjalk? We denken erover om
een protest te tekenen.
Ze hebben een "indringstart" gemaakt, waardoor wij gedupeerd zijn.
De moed zonk me, na 11 binnengevaren schepen, nog niet in de schoenen.
Rond half zes kwam de Hubertus als nr. 12 binnen gevaren. Ik was al blij
met het weerzien, maar schaamde me voor mijn niet afgelopen wekker. Ze
vonden wel dat het bij mij paste, ik niet zo.
De avond was bar gezellig en ik hoorde de avonturen met enige jaloezie
aan. Morgen mocht ik het ook meemaken. Er waren echter voorspellingen
dat het stormachtig zou worden. Daardoor was er een kleine kans van
schorsing van de wedstrijd. Nou, aan het klappen van de touwen tegen de
masten te horen, mocht ik toch wel vermoeden dat de kans klein was dat
we zouden uitvaren.
Erik was de volgende morgen al vroeg op de hoogte gesteld van het
teleurstellende nieuws: Wedstrijd door storm afgelast.
Wat doe je op een zondag met slecht weer onder in het ruim met aan
boord een bar en met de kennis nog geen meter gezeild te hebben?
Maandagmorgen vroeg het Hoornse gat uit. De boot moest immers terug
naar Krommenie. Het G.P.S. brengt je via de kortst mogelijke route weer
thuis. Gezellligheid vergoedt zoveel. Het leed was wel vergeten, niet
wetende welk avontuur ons nog te wachten stond.
Uit niet welingelichte bronnen hadden we vernomen dat er reeds 2 dagen
een gigantische rookontwikkeling was ontstaan vanuit een smeulende
brand van een cacaofabriek ergens aan de Zaan.
Langs de Zaan was echter niets te bespeuren van een brand. Echter, toen
we de laatste bocht en brug in de Zaan hadden gepasseerd en wij de
Nauernasche Vaart richting de molen "de Woudaap" opvoeren, wisten wij
onmiddelijk dat er iets mis(t) was. Vertwijfeld voeren wij verder. Kunnen
we terug?
Moeten we terug? Geen radar aan boord? Het leek erop alsof wij onszelf
willens en wetens het gevaar injoegen. Langzaam varen met een nog
steeds razende storm, kon niet. Je zou zo de kant ingedreven worden.
Door de enorme rookontwikkeling konden we de walkant niet meer zien.
Het zicht was mischien 5 meter.
Lagen er blusboten of plezierjachtjes? Zouden we het een en ander ram-
men met alle gevolgen van dien?
Door het slechte zicht en de storm raakten we alsnog aan lager wal, de
rietkraag in. Paniek brak er niet uit. Een enigzins benauwd gevoel overviel
ons wel. Wat adem je niet allemaal in?
Al snel kwamen brandweerlieden langszij. "Jullie moeten snel terug
(ja, hoe?) "er zit blauwzuurgas in de rook". Nou dat was toch een veront-
rustende mededeling als je dwars vast ligt. Waarschijnlijk waren er geen
gasmaskers meer voor handen, want we mochten in tegenstelling tot de
brandweerlieden rustig het blauwzuurgas inademen. Nadat we ons m.b.v.
een sprongetje aan de kant, weer recht getrokken hadden (er stond zoveel
kracht op, dat het touw als een katoendraadje afbrak) voeren we na onge-
veer een kwartier de rook uit. We konden weer opgelucht adem halen.
Wilt U dit verhaal niet geloven? Erik heeft sensationele video-opnames
gemaakt van de gebeurtenis. Ook was Erik zo helder alsnog de brugwach-
ter via de marifoon te vragen, waarom hij ons niet had gewaarschuwd.
Het antwoord luidde:
"Op teletekst had u kunnen lezen dat u hier niet kan varen".
Tja, geen radar aan boord, ook al geen teletekst!
Rond 6 uur waren we bij Peter en Marga thuis. Praten en bijpraten. Totdat
Marga diep in mijn ogen keek en zei," Toon, het is niet goed met je ogen,
er zit een rode streep in". Een spiegel was snel gevonden. Verschrikt keek
ik in een paar dracula-ogen. Het hoornvlies kon ik zo opduwen. Dat gaat
niet goed, dacht ik. s'Avonds een dokter geraadpleegd, die mij kon gerust-
stellen, hoewel hij de totale gebeurtenis toch niet geruststellend vond.
De volgende morgen weer op tijd op om naar het werk te gaan. Mijn ogen
kreeg ik echter nauwelijks open. Wederom bracht de spiegel mij helder-
heid. "Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie heeft de dikste ogen van
Nederland? "Gij mijn beste matroos, gij hebt de dikste ogen van ons
land. En er is niemand die nog dikkere ogen heeft. Die dag kon ik dus niet
de deur uit. Zoveel vermaak gunde ik de ander niet.
De boot gemist, mijn avontuur beleefd, m'n midlife was doorbroken.
Toon Bartels
23 april 1997
Bijzonderheden
<< Zwaarden van merbau. >>