Vrouwe Linda

Details over het schip Vrouwe Linda, BHS nummer 10335

Algemene gegevens

BHS-nummer Scheepsnaam Type schip Gebouwd van Bouwjaar Werf Plaats van de werf 10335 Vrouwe Linda ZH paviljoentjalk puddelijzer in 1910 Boot Gouwsluis

Gebied en vracht

Oorspronkelijk vaargebied Oorspronkelijk soort vracht Huidige ligplaats regio Amsterdam zand& puin& bieten& pulp Onbekend

Illustraties:

Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster).

Maten

Lengte Breedte Diepgang Holte Tonnage Hoogte mast 17 m 69 cm 3 m 60 cm – 1 m 20 cm – 14 m 00 cm

Brandmerken:

Gegevens van het kadasternummer (brandmerk) “2926 B Rott 1928”

Brandmerk Naam eigenaar (vlgns kadaster) Naam schip (vlgns kadaster) Bijzonderheden 2926 B Rott 1928 - - -

Motoren:

Merk Type Serienr. Bouwjaar Nieuw of gereviseerd? Jaar geplaatst Jaar afgedankt DAF 475 – 1975 Overig – –

Verhalen over dit schip:

Vrouwe Linda Zuid-Hollandse paviljoentjalk, Sbase 335 C.KABEL 45 ton, 17.69 x 3.60 x 1.20 meter De Vrouwe Linda is gebouwd in 1910 bij de werf Boot, Gouwersluis, Zuid-Holland. Het schip kwam als zeilend bedrijfsvaartuig in de vaart en heeft tot in de dertiger jaren van de vorige eeuw onder zeil gevaren. Daarna is een één cilinder gasolie gloeikop motor merk Kromhout van 14 PK geplaatst. Alle zeilelementen zoals mast, mastkoker, zwaarden, giek en gaffel zijn toen verwijderd. In 1943 is het schip door de Duitsers gevorderd, omdat het joods bezit zou zijn geweest. Het is toen doorverkocht naar schipper Gijs Bosman. Hij vervoerde er zand, grind en stenen mee. Ook voer hij in het najaar met suikerbieten en pulp. In de vijftiger jaren was die tonnenmaat eigenlijk al te klein. Bosman sloot toen een vervoerscontract met de polders Uithoorn en Mijdrecht. Dat contract hield in, dat hij puin in de binnenstad van Amsterdam ophaalde en dat stortte langs de waterwegen van de polders. Door de geringe diepgang van het schip (90 cm) was het geschikt voor dit werk. Dit rekte het beroepsleven van het schip nog even. Met de komst van de containers in de zestiger jaren was de taak van het schip als goederenvervoerder uiteindelijk toch ten einde. Sloop werd het voorland van dit schip. Wij kwamen in 1964 in contact met schipper Bosman en hoorden zijn verhaal. Wij zochten eigenlijk een kleiner schip maar vielen voor dit schip. Voor een (schrot)prijs van tien cent per kg werden wij eigenaar. In eerste instantie hebben wij het als weekendschip op de Alkmaardermeer gebruikt. Van lieverlee zijn wij het schip gaan restaureren. Wij hebben de mastkoker weer geplaatst, zwaarden gemaakt. Op het vrachtruim hebben wij de luikenkap met origineel geteerde luiken in oude eer hersteld. Wij hebben een lariks van 22 meter gekocht evenals een Noorse spar van 13 m. Van deze bomen hebben wij een mast van 16 meter gemaakt en een giek van 10 m. Voorts is uit de lariks een kluiverboom gemaakt van 5 m. Uiteraard moest er ook beslag voor het rondhout gemaakt worden. Het onder zeil brengen hebben wij gedaan met bruine dacron zeilen. Het grootzeil is circa 70m2, de fok 20 m2 en de kluiver 15 m2. Wij hadden het schip uiteindelijk in 1975 onder zeil. De eerste tocht onder zeil was het meedoen met de parade van het eerste Sail Amsterdam 1975. Dit ter gelegenheid van 700 jaar Amsterdam. Er voeren toen circa 30 voormalige zeilende bedrijfsvaartuigen van de L.V.Z.B. mee. Wij zijn er nog altijd trots op, dat wij daar bij waren. Bij de restauratie hebben wij geprobeerd zoveel mogelijk het originele karakter van het schip te behouden dan wel terug te brengen. Zo zijn voor- en achteronder onveranderd en sturen wij nog met een helmstok van ruim vijf meter die over een rail loopt. Dit laatste heette vroeger: draai-over-boord. Van deze draai-over-boord schepen zijn er nog maar een paar over. Vanaf 1964 voeren wij op de binnenwateren in de kop van Noord-Holland met de oude gloeikopmotor. In de zeventiger jaren waren wij op het IJsselmeer en in Friesland te vinden. In die jaren hebben wij de gloeikop laten vervangen door een nieuwe zes cilinder DAF 475 dieselmotor met Velvet koppeling.In 1978 gingen wij het Nederlandse wad op. Vanaf 1984 vaarden wij hoofdzakelijk op de Duitse wadden. In de negentiger jaren verlegden wij onze koers naar de Oostzee. In eerste instantie richting Denemarken maar later ook Oost-Duitsland. In 2007 zijn wij naar Stettin in Polen gezeild.

Bijzonderheden

<< Zwaarden ijzer (dubbelwandig). >>