Algemene gegevens |
BHS-nummer |
Scheepsnaam |
Type schip |
Gebouwd van |
Bouwjaar |
Werf |
Plaats van de werf |
10360 |
De Zes Gebroeders |
tjalk |
ijzer |
in 1900 |
Worst |
Meppel |
|
Gebied en vracht |
Oorspronkelijk vaargebied |
Oorspronkelijk soort vracht |
Huidige ligplaats |
– |
turf naar Den Haag en aardappelen naar Drenthe |
Zeeland |
|
Korte geschiedenis van dit schip |
Deze Friese tjalk is gebouwd als dektjalk, maar heeft later een vaste roef aan de den gekregen.
Het schip voer met turf van Drenthe (Meppel) naar Den Haag en passeerde daarbij in Den Haag de Wagenbrug, waarvoor het schip de Haagse maten heeft. Voor de terugreis werden aardappelen geladen op de Zuid-Hollandse eilanden of in Zeeland. De eigenaar van het schip had een aardappelhandel in Meppel en dat zullen dus wel kleiaardappelen geweest zijn
Het schip is in 1928 gemotoriseerd met een 40 PK Kromhout. Het zeiltuig is snel daarna verdwenen. Daarna heeft het schip in de wilde vaart gezeten tot circa 1969.
In 1982 hebben we de restanten van het schip gekocht en het zo goed mogelijk gerestaureerd. We weten veel van de historie van het schip omdat we kopieën hebben van alle verkooptransacties van 1900 t/m nu en de gegevens van de scheepsmetingen van 1900 en 1928.
Het schip is Varend Monument, A-categorie FONV. |
|
Illustraties: |
|
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Tjalk DE ZES GEBROEDERS bij de reunie 2006 van de LVBHB in Hellevoetsluis. Gemaakt op/in: 30 juli 2006, 12:51:32 Foto: Simon J. de Waard.
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
Maten |
Lengte |
Breedte |
Diepgang |
Holte |
Tonnage |
Hoogte mast |
22 m 10 cm |
4 m 15 cm |
1 m 07 cm |
1 m 83 cm |
19,000 ton |
17 m 00 cm |
|
Brandmerken: |
Gegevens van het kadasternummer (brandmerk) “42 B Assen 1928” |
Brandmerk |
Naam eigenaar (vlgns kadaster) |
Naam schip (vlgns kadaster) |
Bijzonderheden |
42 B Assen 1928 |
- |
- |
- |
|
Motoren: |
Merk |
Type |
Serienr. |
Bouwjaar |
Nieuw of gereviseerd? |
Jaar geplaatst |
Jaar afgedankt |
Weicha-Deutz |
TD226B-4C2 |
6B060705824 |
2006 |
Nieuw |
2007 |
– |
|
Verhalen over dit schip: |
De Zes Gebroeders werd als dektjalk in 1900 gebouwd op de werf van Van Goor in Meppel. De eerste eigenaar was Van Dorsten, die een aardappelhandel had en het schip gebruikte voor het vervoer van aardappels van Meppel naar Den Haag. Soms werd ook turf gevaren. Omdat het schip op Den Haag voer, is het een bijzondere tjalk want het heeft de "haagse maten", d.w.z. 4.17 m breed. Een normale tjalk van die lengte zou zeker 4.50 breed geweest zijn. De eerste naam van het schip was De Vrouw Johanna Gezina en de eerste eigenaar zoals gemeld: Klaas van Dorsten. De eerste meting is gedaan in Hoogeveen op 21 november 1900. De eerste teboekstelling is van 5 november 1900 en het teboekstellingsnummer 1847-Assen-1900. Op 8 februari 1911 werd het schip verkocht aan Johannes Hartsuiker (een bekende schippersfamilie uit Meppel) die een stiefzoon was van Klaas van Dorsten. Klaas van Dorsten had n.l. als schippersknecht gevaren bij de vader van J. Hartsuiker en toen die overleed is Klaas met de schippersvrouw getrouwd en op die manier zelf schipper geworden. De koopsom was toen vier duizen gulden en Johannes had geen geld genoeg om het schip te betalen zodat een heel kontrakt opgemaakt werd voor de afbetaling. Johannes Hartsuiker voer met het schip onder de oude naam tot 13 april 1918. De nieuwe eigenaar werd Franciscus Voerman te Rosendaal. Deze man had, zo is mij verteld, meerdere schepen en veranderde de naam in "Adriana". De koopsom was zeven duizend drie honderd gulden. Ook Voerman gebruikte het schip voornamelijk in de aardappelvaart en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk heeft er een zetschipper op gevaren gedurende die tijd. Eenmaal in het zuiden "aangeland" bleef het schip daar, want het werd op 26 juli 1921 verkocht aan Johannes Boudewijn van der Vliet, schipper te Nieuwe Tonge. Ook deze man zat in de aardappelhandel, hij was n.l. schipper/koopman. De nieuwe naam van het schip werd "Zes Gebroeders". De prijs die v.d. Vliet voor z'n nieuwe aanwinst betaalde was zes duizend gulden. Adrianus Cornelis van der Vliet, zoon van Johannes Boudewijn trouwde en ging voor z'n vader varen in de aardappelen, zowel naar "Holland" (voornamelijk Amsterdam) als ook naar het buitenland n.l. Antwerpen en verder de Schelde op. Hij was degene die, zoals hij me dat zelf vertelde, het "jagen zat" was en er in 1928 een motor in liet bouwen. Dit werd een ééncylinder Kromhout van 30 pk, die tot eind zestiger jaren dienst heeft gedaan. De naam van het schip werd toen tegelijk veranderd, want zoals van der Vliet me vertelde: "De zeiltijd was achter de rug, je bent jong en zit vol energie". De nieuwe naam werd dan ook "Energie". Op 14 augustus 1928 werd te Veere een nieuw kontract van teboekstelling gemaakt die als nieuw teboekstellingsnummer 1928 Assen 42B vermeld. Dit nieuwe nummer was een gevolg van de uitvoering van het Koninklijk Besluit van 28 december 1925 (Staatsblad nr. 518). Later wordt niet het bovenstaande nummer in de kontrakten gebruikt, maar 42B-Assen-1928. Op 15 juli 1929 wordt Adrianus Cornelus van der Vliet officieel de nieuwe eigenaar voor de som van zeven duizend gulden. De rest van z'n werkzaam leven blijft hij varen op de "Energie". In die periode werd er van alles vervoerd wat er zoal in de binnenvaart te vervoeren was. De oorlogstijd 1940-1945 is de Energie niet ongeschonden doorgekomen. Liggend in de Steenbergse Vliet hebben de Duitsers voor- en achterin explosieven geplaatst en het opgeblazen. Tot het einde van de oorlog, ca. 3 maanden, heeft het schip gezonken gelegen en is na de oorlog met pompen en dekkleden weer boven water gehaald. Van der Vliet was erg trots op z'n Kromhout, want na het water uit de brandstofleidingen gehaald te hebben liep hij weer. De gevolgen van het opblazen zijn nog aan het schip te zien. Aan stuurboord voor aan de den is het dek omhooggezet en zit er nog steeds een ster. Het machinekamerschot staat ook nog bol. Men heeft dat er nooit goed uitgekregen. Op 7 september 1966 werd de heer Th.L. Filius uit Rotterdam de nieuwe eigenaar voor het bedrag van fl 5000,--. Hij had de bedoeling er een sportvissersbedrijf mee te beginnen vanuit Bruinisse. Volgens v.d. Vliet was dit echter een oplichter want hij heeft nooit het restant van de koopsom gekregen. Daarna is het schip in verschillende handen geweest en uiteindelijk het eigendom geworden van machinefabriek Padmos in Bruinisse. Omdat de kade in Bruinisse regelmatig met hoog water onder liep, gebruikte hij het schip om lieren en motoren in op te slaan. In die periode is het schip volkomen verkommerd. Onderhoud werd er niet meer gedaan en als er iemand wat aan deed dan haalde hij er wat af. Het resultaat was in 1982 een wrak wat wij toen kochten. Het bestond uit: - een kasko met gaten, zowel in het dek als het schip zelf; - de restanten van een stuurhut; - een machinekamer met een vastgeroeste 6-cylinder Perkins met versnellingsbak; - een schroefas waar de schroef was afgebrand; - een ruim vol troep, zodat nadat de rotzooi eruit gehaald was het schip zo'n 15 centimeter omhoog kwam. Daarna volgde de restauratie, maar dat is een verhaal apart. Wat ik in het verhaal niet heb vermeld is dat de nieuwe tonnemaat na inbouw van de motor 90.335 ton was en de meetbrief het nummer Zb 1329 N werd. Verder zijn mij door A.C. v.d. Vliet nog veel meer verhalen verteld, maar voorlopig is dit wel genoeg. Leuk om nog te vermelden is waarschijnlijk dat de huidige voorzitter van de schippersvereniging Schuttevaer een neef is van de eerste eigenaar. |
|