De Vrijheid

Details over het schip De Vrijheid, BHS nummer 11693


Algemene gegevens
BHS-nummer Scheepsnaam Type schip Gebouwd van Bouwjaar Werf Plaats van de werf
11693 De Vrijheid ijsselaak staal in 1914 Snoei Ouderkerk aan de IJssel
Gebied en vracht
Oorspronkelijk vaargebied Oorspronkelijk soort vracht Huidige ligplaats
IJsselgebied en IJsselmeer zand en grind Onbekend
Illustraties:
Klik hier voor de afbeelding

Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster).
Maten
Lengte Breedte Diepgang Holte Tonnage Hoogte mast
19 m 24 cm 4 m 14 cm 0 m 60 cm 17 m 00 cm
Brandmerken:
Gegevens van het kadasternummer (brandmerk) “7577 B Rott 1950”
Brandmerk Naam eigenaar (vlgns kadaster) Naam schip (vlgns kadaster) Bijzonderheden
7577 B Rott 1950 - - -
Motoren:
Merk Type Serienr. Bouwjaar Nieuw of gereviseerd? Jaar geplaatst Jaar afgedankt
Kromhout Gardner LS 1950
Verhalen over dit schip:
Ik kocht de ijsselaak in 1970. Een verwaarloosd woonschip in de Keizersgracht,
met nog aan boord: 3 bewoners die het schip gehuurd hadden. De aankoop werd mij
door deze bewoners niet in dank afgenomen. Ik gaf ze een half jaar om andere
woonruimte te vinden.
Bij het opmaken van de inventaris bleek er niets, maar dan ook echt niets
origineels meer op het schip aanwezig te zijn, behalve een stuurwiel en een
vastgelopen gloeikopmotor, Kromhout 20 pk en nog een oude meetbrief. Een jaar
van bezinning met ondertussen scheepsmaterialen verzamelen (wat toen nog aardig
lukte), bracht me weer op de rails en ik ging aan de slag. Dak eraf, grote
ramen dicht lassen in de den, een mastdek maken inclusief puttings en koker.
Intussen met veel kunst en vliegwerk die oude gloeikop weer lopende gemaakt,
hetgeen de buurtbewoners heel wat vettige knallen en een enorme hoeveelheid
rook opleverde. Nadat de motor een aantal malen de verkeerde kant opgedraaid
was en soms ook op hol sloeg, heb ik het geheel meer even laten rusten: een 130
kg wegende houtkachel wandelend door het ruim op het bonkende ritme van de
motor, moet toch beslist even wennen en geeft bovendien te denken. Na deze
ervaringen heb ik de restanten van de niet-originele oude stuurhut met
stuurlier verwijderd. Daarna heb ik het roer verfraaid met een stalen helmstok,
afkomstig van een oude hagenaar die bij mij om de hoek lag.
Overdag braaf naar de baas. 's Avonds met olielampen en kaarsen erbij (elektra
was toen nog taboe voor woonbootbewoners) nog even het ruim intimmeren, de
vloeren, tussenwanden, het dak en andere beschietingen. Alles was tot op de
draad verrot. De oude, overigens veel te lage, roef die op zeker 30 plaatsen
stevig lekte, heb ik tot op het dekhoekstaal afgesneden. Van 7 mm dik
ruitjesstaal (rijplaten uit oude van Gend en Loos-loodsen gesloopt) een fraai
gezeegde roef en machinekamer teruggeplaatst. Eveneens heb ik een zo origineel
mogelijke roefingang met schuifluik gemaakt. Vervolgens een oude koekoek erop
gemaakt, boordbakken en nog even wat sierrailinkjes gesmeed alsmede 4 kleine
roefraampjes met schuifluikjes vervaardigd. Toen was Kees klaar! Mijn eerste
tweedehands mast, gekocht ergens in Friesland, was prachtig om te zien toe hij
voor het eerst stond. Echter, na 3,5 jaar zat er op het draaipunt een kudde
sluipwespen die de mast van binnenuit behoorlijk had opgegeten. Dus maar weer
snel eraf dat ding! Van een enorme larixboom die we per sleepboot uit
Monnickendam hebben gehaald, heb ik door iemand anders een nieuwe mast laten
maken, aangezien mijn buren inmiddels spontaan groene vlekken gingen vertonen
bij het geluid van een elektrische schaaf. De twaalf meter giek en de afzelia
zwaarden inclusief beslag, zijn echter allemaal zelf gemaakt op het dek van
mijn werkschip. De oorspronkelijke ophanging van de zwaarden met
schildpadblokken, was eveneens niet meer aanwezig. Dus assen gedraaid en
beweegbare ophanging gemaakt. Na 6 jaar met oude gloeikopmotor gevaren te
hebben werd ik zijn nukken zat en verkocht hem aan een verzamelaar. Een fraaie
4-cilinder Kromhout Gardner LS 4o pk met Rijsdijk koppeling kwam er voor in de
plaats, gekocht in het Beursgebouw alwaar hij als noodaggregaat stand-by stond.
Hij heeft niet veel dienst hoeven te doen. Een prachtige zeillier van de fa.
Rek & Horstman alsmede twee redelijk in conditie zijnde zwaardlieren, afkomstig
van een oude woontjalk, maakte de boel weer een stukje meer kompleet. Van twee
15 x 15 Amerikaans grenen balken uit een oude kerk, maakte ik de bokkenpoten.
De draaipennen en het konische beslag smeedde ik op mijn werk. De 8
patrijspoorten in de den heb ik op verschillende plaatsen op de kop getikt.
Overigens erg moeilijk aan te komen! Dit alles betekende ca. 15 jaar werk. Het
was toch zeker de moeite waard om te doen.