Algemene gegevens |
BHS-nummer |
Scheepsnaam |
Type schip |
Gebouwd van |
Bouwjaar |
Werf |
Plaats van de werf |
11753 |
De Witte Waterlelie |
Groninger bolschip |
ijzer |
in 1915 |
– |
Hoogezand |
|
Gebied en vracht |
Oorspronkelijk vaargebied |
Oorspronkelijk soort vracht |
Huidige ligplaats |
Noordoost Nederland |
– |
Utrecht en het Gooi |
|
Korte geschiedenis van dit schip |
In 1915 laat Hendrik de Bruin uit Wildervank een bolschip bouwen op een werf in Hoogezand: de Volharding. Voor haar soort is ze uitzonderlijk stevig gebouwd. Na verhoging van de den, in 1916, stijgt het laadvermogen van ruim 49 tot boven de 67 ton. De lading bestaat waarschijnlijk uit streekproducten zoals aardappelen, suikerbieten, pulp, stro, turf, graan en mest.
In 1930 wordt Hendrik Smit eigenaar. Hij vernoemt het bolschip naar zijn vrouw: Gepke. Vanaf de Diepswal in Scheemda verhandelt Hendrik turf die hij met het schip uit de veenkoloniën haalt. Gezeild wordt er sporadisch. Wel wordt het schip getrokken door scheepsjagers. Later heeft Hendrik een eigen paard. Na de oorlog zakt de turfhandel in. Hendrik en Gepke verkopen het schip in 1951.
Niet lang daarna ligt het bolschip met een gemetselde opbouw in Utrecht aan de Vechtdijk. Een brede betonnen plaat, die op schegplaten rust, vormt de basis van de opbouw. De stijl van deze opbouw doet denken aan de jaren dertig, met symmetrische ramen en glas-in-lood. De kozijnen hebben sierlijke randen.
Het opgebouwde bolschip lenigt de woningnood van Christiaan Gerardus Vroon en zijn vriend. De scheepsnaam verandert in: ’t Uilennest.
Vanaf 1994 zijn Håkon Akkerman en Cisca de Ruiter eigenaar. Zij roemen de schoonheid van het woonschip en noemen haar: De Witte Waterlelie. Als eerbetoon aan het verleden hebben zij de rode kleur op het boeisel, de rode spieën en de halve maan op de scheepskont teruggebracht. Ze zijn blij met hun drijvende woning: deel van het cultuurhistorische erfgoed. |
|
Illustraties: |
|
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
|
Een voorbeeld van hergebruik van een schip in de jaren vijftig. Er heerste woningnood en oude, uit de vaart genomen schepen boden een goede oplossing. Dergelijke opgebouwde schepen behoren tot ons cultuurhistorisch erfgoed. Zij worden steeds schaarser. Gemaakt op/in: zomer 2008 Foto: Cisca de Ruiter.
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
Maten |
Lengte |
Breedte |
Diepgang |
Holte |
Tonnage |
Hoogte mast |
21 m 03 cm |
4 m 37 cm |
0 m 73 cm |
1 m 20 cm |
49,074 ton |
– |
|
Brandmerken: |
Gegevens van het kadasternummer (brandmerk) “569 B Winsch 1930” |
Brandmerk |
Naam eigenaar (vlgns kadaster) |
Naam schip (vlgns kadaster) |
Bijzonderheden |
569 B Winsch 1930 |
- |
- |
- |
|
Verhalen over dit schip: |
Verhalen of anekdotes over ons schip hebben we niet. Veel weten we er zelfs (nog) niet van. We weten wel dat we haar heel mooi vinden en dat wij een ondergeschoven kindje van de vereniging is. Zij munt niet uit in originaliteit en zij zal veel dan de 'zwaren' in de club verafschuwen. Voor ons betekent deze opgebouwde (waarschijnlijk) groninger bolpraam veel als waterwoning. We hebben bewust voor haar gekozen om het feit dat zij is zoals zij nu is. We hebben lang nagedacht over het wel of niet insturen van de weinige gegevens. We doen het toch maar, en wel om de volgende redenen: Ten eerste vinden we het een leuk en nuttig idee om alle schepen van waarde in een boekje samen te vatten. Ten tweede hebben we de stille hoop dat er aandacht geschonken gaat worden aan stalen woonarken. Immers, onder het, door velen verfoeide, huis bevindt zich ook een vasco dat het behouden dus registreren waard is. Door op deze veelal wat kleinere casco's te wonen zijn ze voor de sloop behoed. Met lede ogen bespeuren we de tendens stalen schepen te vervangen door betonnen arken zodat veel van ons kulturele erfgoed alsnog verloren dreigt te gaan. We hopen daarom dat ons stalen woonschip een plaatsje krijgt in het boek en dat wij en onze 'soortgenoten' met ons bezit, ons in de toekomst kunnen koesteren in de warme belangstelling van de vereniging. |
|
Bijzonderheden |
<< De stijl van de opbouw (als woonark) is uit de dertiger jaren met metalen kontaktdozen en elektrische draden met katoenen omhulsel. >> |
|