Algemene gegevens |
BHS-nummer |
Scheepsnaam |
Type schip |
Gebouwd van |
Bouwjaar |
Werf |
Plaats van de werf |
11856 |
Verandering |
Belgische beurtmotor |
ijzer |
in 1914 |
– |
Boom (Belgiƫ) |
|
Gebied en vracht |
Oorspronkelijk vaargebied |
Oorspronkelijk soort vracht |
Huidige ligplaats |
Nederland& Belgiƫ |
stenen& beurtvaart& zand en grind& wilde vaart |
Onbekend |
|
Illustraties: |
|
Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster). |
|
Maten |
Lengte |
Breedte |
Diepgang |
Holte |
Tonnage |
Hoogte mast |
28 m 18 cm |
4 m 84 cm |
0 m 95 cm |
– |
– |
– |
|
Brandmerken: |
Gegevens van het kadasternummer (brandmerk) “8675 B Rott 1953” |
Brandmerk |
Naam eigenaar (vlgns kadaster) |
Naam schip (vlgns kadaster) |
Bijzonderheden |
8675 B Rott 1953 |
- |
- |
- |
|
Motoren: |
Merk |
Type |
Serienr. |
Bouwjaar |
Nieuw of gereviseerd? |
Jaar geplaatst |
Jaar afgedankt |
DAF |
575 |
– |
1956 |
– |
– |
– |
|
Verhalen over dit schip: |
Het schip is vroeg als motorschip gebouwd. Het heeft een leven achter de rug als werkpaard. Het is gebouwd als schip voor de stenenvaart, hetgeen te zien is aan de zware spanten kort op elkaar. Daarnaast heeft het schip een verhoogd voordek met een hoge ingang. Volgens verhalen werd het schip ook voor de beurtvaart gebruikt. Al met al is de gebruiksgeschiedenis voor de oorlog niet te achterhalen. Het schip is (w.s.) in de 40-er jaren in het bezit van mijn grootouders gekomen. Mijn moeder heeft als jong meisje, samen met een broer, met het schip gevaren. Later zijn mijn ouders zelf eigenaar geworden. Zij verdienden de kost in de zand- en grindvaart. Daartoe was toen een zelflosinstallatie aangebracht. De laatste periode van het werkzame leven van het schip vond plaats in de zgn. "wilde vaart". Het heeft als zodanig in Nederland en Belgie alle wateren bevaren. In 1970 is het schip verkocht aan de fam Koomen, die het al snel gebruikten als varend woonschip. In 1992 heb ik het schip van hen teruggekocht. Na in eerste instantie het schip enigzins bewoonbaar te hebben gemaakt, ben ik nu toe aan de verdere restauratie, en verdere inbouw van het ruim, voor bewoning. De motor (DAF 575) uit 1956 is gereviseerd en een aggregaat is ingebouwd. Het restauratieplan is gebaseerd op de toestand uit de 40-er / 50-er jaren. Belangrijke ingreep is het inkorten van de luikenkap naar de originele lengte. Hierdoor ontstaat weer het karakteristieke grote voordek met ingangspartij naar het paviljoen. Op het verhoogde voordek komt dan ook de grote koekoek terug. De friese kap wil ik handhaven, ondanks dat er voorheen een ronde belgische kap oplag. Hierdoor ontstaat een klein motorvrachtschip, thuishorend in de kategorie spitsen en kempenaars kenmerkend voor de noord-zuid vaart uit de 40-er en 50-er jaren. Helaas bestaat er een druk vanuit gemeentelijke overheden, om er een mast met hijstuig op te zetten. Blijkbaar is een karakteristiek motorschip voor zgn. toeristische, recreatieve doeleinden niet interessant. Misschien moet ik daar, terwillen van de ligplaats wel aan voldoen. |
|