Anna Jacoba of Krabbekreek

Details over het schip Anna Jacoba of Krabbekreek, BHS nummer 14536


Algemene gegevens
BHS-nummer Scheepsnaam Type schip Gebouwd van Bouwjaar Werf Plaats van de werf
14536 Anna Jacoba of Krabbekreek Veerboot ijzer circa 1932 N.V. Scheepswerven v/h D.Boot Alphen a/d Rijn
Gebied en vracht
Oorspronkelijk vaargebied Oorspronkelijk soort vracht Huidige ligplaats
Tussen Anna Jacobapolder en Zijpe voetveer Rotterdam en omgeving, Waterweg en Z-H eilanden
Korte geschiedenis van dit schip
De 'Anna Jacoba', ooit omgedoopt tot ‘Krabbekreek’, is de laatst overgebleven en tevens de kleinste veerboot van een grote vloot veerschepen van de Rotterdamsche Tram Maatschappij (RTM). Het scheepje is gebouwd in 1932 bij de werf van Boot in Alphen aan den Rijn en heeft de karakteristieke lijnen van de jaren dertig: een steilsteven, smal met een lengte-breedte verhouding van ongeveer 1 op 4. Een vlakke, lage spiegel en een lage opbouw op het voorschip, met een kleine stuurhut en 3 lichtranden aan BB & SB. In de roef is plaats voor 2 kooien in de boeg. Het motorveer had destijds een bemanning van 2 personen en kon ongeveer 9 passagiers met fietsen vervoeren.
In 1932 bestelde de Technisch Ambtenaar Veer- en Bootdiensten van de RTM, de heer Van der Spek, een kleine motorboot bij de daarin goed bekend staande N.V. Scheepswerven v/h firma D. Boot te Alphen aan de Rijn. Het bouwnummer was 1065. Dit scheepje van net iets meer dan 9 meter lang en 2,50 meter breed met een laadvermogen van 2 ton en kon negen personen vervoeren en was met twee RTM-ers bemand. Men was wel zo oppassend geweest de stuurman nog een houten kapje te geven om de ergste weersomstandigheden - en het buiswater - te kunnen doorstaan.
Op 20 maart 1933 werd het scheepje opgeleverd, feestelijk te water gelaten en in dienst gesteld. Vier keer per dag voer de ‘Anna Jacoba’ in aansluiting op de tramverbinding vanuit Steenbergen naar Zijpe/Bruinisse. Naast de bestaande vaarten werd door de 'Anna Jacoba' personen, fietsen en motorrijwielen op verzoek overgezet, dat kon zowel overdag als 's nachts. Daartoe was op de pontonbruggen van de genoemde havens een schel aangebracht waarmee het bootje ontboden kon worden. Het was een goedkope en weinig comfortabele verbinding en van het scheepje zelf kan worden gezegd dat het doelmatig was. Het voer goed, had een uitstekende rompvorm en hield zich ook bij zeegang zeer goed.
Traditionele ijzerbouw en aandrijving
De 'Anna Jacoba' werd nog helemaal geklonken met kleine klinknageltjes in plaats van lassen, waarmee stalen schepen nu gebouwd worden.. Als basismateriaal werd 'welijzer' gebruikt, ook wel 'puddelijzer' genoemd, een ouderwetse, koolstofrijke en primitieve staalsoort. De bouwwijze met klinknagels is nu nog goed te zien.
De spantafstand was bepaald niet krap en de waterverplaatsing was dan ook behoorlijk, wat resulteerde in een diepgang van bijna een meter. Die diepgang was ook wel strikt noodzakelijk voor een veilige vaart over bet woelige en druk bevaren Zijpe. De bijnaam 'de onderzeeër' is wel eens voorbij gekomen. In elk geval was de aan stuurboord-midscheeps gemonteerde vleugelpomp geen luxe om ofwel regenwater, ofwel restanten buiswater uit het vlak te kunnen pompen.
De eerste motor van de ‘Anna Jacoba’ was een 25pk Daimler benzinemotor. Hoeveel vaart de 'Anna Jacoba' liep is niet bekend, maar met het relatief zwakke benzinemotortje moet het een hele toer zijn geweest om bij volle getijdenstroom het Zijpe over te komen. In het gerestaureerde scheepje staat een 28 pk Junkers uit 1936. Een dieselmotor, ter beschikking gesteld door het Scheepvaart Museum Rotterdam. Een bijzondere motor, want voorzien van dubbele zuigers.
Het feit dat 'Anna Jacoba' volstrekt open was werd al spoedig toch wat te gortig ervaren en nog voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog construeerde de RTM een houten kap over het open middenschip. Achterop bleef de zaak gewoon open en werd het kleine achterdek iets verlaagd. Foto's van de oorspronkelijke situatie zijn tot op heden niet opgedoken.
Hoewel het scheepje 87 jaar woelige baren heeft overleefd, is van de verdere historie niet bijzonder veel bekend. Omdat het scheepje zo klein was, hoefde het niet te worden opgenomen in de scheepsboekhouding en was keuring door de Scheepvaartinspectie ook geen vereiste. Een meetbrief, bewijs van teboekstelling of inspectierapport zijn daarom niet te vinden: die waren er gewoon niet.
'Anna Jacoba' werd als veer betrekkelijk weinig ingezet. Wel bleek het scheepje een handige hulp om bieten- of kolenschepen in de tramhavens te verhalen en dat is dan ook frequent gebeurd.
Aan het begin van WO-II is 'Anna Jacoba' in de tramhaven van Zijpe tot zinken gebracht en ze heeft daar tot vlak na de oorlog op de bodem gelegen. Na de bevrijding werd ze geborgen en toen bleek de motor verdwenen. Welijzer roest onder water niet, dus dat was mooi meegenomen. In enkele jaarverslagen van de RTM wordt wel enige inzet genoemd, maar dat waren heel beperkte perioden. In 1951 meldt de RTM dat het scheepje is opgelegd, waarna het in 1960 voor sloop wordt verkocht. Helaas is niet bekend aan wie het bootje was verkocht, alleen de term 'voor sloop' is helder. Ook heeft ze ergens in die periode de naam ‘Krabbekreek’ (een vaargeul in het Zijpe) gekregen.
In juli 1988 werd met een gedenkwaardige ceremonie de laatste veerdienst Zijpe - Anna Jacobapolder uitgeluid. De verbinding waar de ‘Anna Jacoba’ ooit voor was gebouwd. Er was toen eigenlijk geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de kleinste 'tramboot' van de RTM nog bestond. Ze voer echter nog steeds rond, zij het als jachtje onder een andere naam en in particuliere handen.
Deze eigenaar was rond dezelfde tijd als de opheffing van de veerverbinding op zoek gegaan naar de historie van zijn scheepje. En zo ontving Willem Boot, zoon van de oorspronkelijke bouwer Boot, in de zomer van 1988 een brief van het Maritiem Museum in Rotterdam, met de vraag of hij misschien meer informatie had over een mooi historisch scheepje, gebouwd op de werf van zijn vader. Het scheepje bleek op slechts enkele kilometers van Boot’s woning te liggen. Al snel had hij door dat dit wel eens de ‘Anna Jacoba’ kon zijn. Met de gegevens van de werf uit het museum, de enig bewaarde tekening en de notities in Boot's bouwlijst in de hand is hij naar de ligplaats gegaan: grote kans dat dit inderdaad de 'Krabbekreek' / ‘Anna Jacoba’ zou kunnen zijn. Hoewel er heel wat aanpassingen waren gedaan, herkende hij het bootje dat hij in zijn prille jeugd ook al had gezien in Zijpe.
Kees de Keizer, de latere hoofdkapitein op de ‘Zijpe’, een grote veerpont van de RTM, had op de 'Anna Jacoba' zijn eerste vaarervaring opgedaan. Om zeker te zijn dat het inderdaad het voormalige RTM veerbootje was liet Boot foto’s en tekeningen aan Kees de Keizer zien. Diens reactie: 'dat is m, geen twijfel mogelijk'. Ook het werfplaatje gaf die zekerheid en zo was de laatste nieuwbouw tramboot voor het RTM-trambedrijf toch nog opgedoken.
De toenmalige eigenaar wilde het scheepje eigenlijk verkopen en zo werd Willem Boot de nieuwe eigenaar in 1988. Boot vaart er nog een aantal jaren mee, maar eind 2008 besluit Boot dat het scheepje eigenlijk bij het RTM-Museum in Ouddorp hoort en zo komt de ‘Anna Jacoba’ op de wal bij het RTM-Museum terecht, in niet-vaarbare staat. In 2016 wordt het plan opgevat voor de restauratie en Boot schenkt de ‘Anna Jacoba’ aan het RTM-Museum.
De ‘Anna Jacoba’ was bij de overdracht toe aan een grondige restauratie. Die restauratie vanaf 2016 naar haar oorspronkelijke staat werd mogelijk gemaakt door bijdragen van de Provincie Zuid-Holland vanuit de Erfgoedlijn Goeree-Overflakkee, de gemeente Goeree-Overflakkee, het Prins Bernhard Cultuurfonds, de Rabobank Haringvliet, het Nipius-Roos Fonds en de vrijwilligers van het RTM-Museum en de Menheerse Werf.
De ‘Anna Jacoba’ is na de restauratie in Middelharnis door het RTM-Museum ter beschikking gesteld aan de Menheerse Werf/St. Behoud Scheepstimmerwerf Middelharnis, die het beheer en onderhoud van de 'Anna Jacoba' op zich neemt. Voornamelijk met vrijwilligers en als interessant leer-werkproject in samenwerking met de lokale scheepswerven en technische opleidingen. In februari 2020 is de restauratie afgerond.
De Menheerse Werf gaat de Anna Jacoba inzetten op periodieke pendeldiensten door het Havenkanaal van Middelharnis en incidentele themavaartochten in andere havenkanalen en rondom het eiland Goeree-Overflakkee. Een cultuurhistorisch beleefbaar varend monument voor groepen van maximaal 12 passagiers met maximaal 8 fietsen. Op die manier ontstaat er een nieuw toeristisch-recreatief attractiepunt.
Nu kunnen de passagiers weer ervaren hoe spannend een vaartocht met de kleinste, maar enige overlevende veerboot van de RTM vloot kan zijn.
Illustraties:
Klik hier voor de afbeelding
Gemaakt op/in: maart 2020


Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster).
Maten
Lengte Breedte Diepgang Holte Tonnage Hoogte mast
9 m 25 cm 2 m 50 cm 1 m 00 cm 1 m 40 cm 6,000 ton
Motoren:
Merk Type Serienr. Bouwjaar Nieuw of gereviseerd? Jaar geplaatst Jaar afgedankt
Junkers 2-cilinder tweetact diesel 1936
Bijzonderheden
Bootje is in dienst gekomen als voetveer wanneer de grote veerboten van de RTM niet konden varen. Het is ons, als RTM-trammuseum, geschonken door J.Boot en wordt volledig eigendom van ons na diens overlijden. Wij hebben echter nu al 100% zeggenschap over het schip en willen tot bedrijfsvaardige restauratie overgaan.