Vertrouwt geen Vriend

Details over het schip Vertrouwt geen Vriend, BHS nummer 14098


Algemene gegevens
BHS-nummer Scheepsnaam Type schip Gebouwd van Bouwjaar Werf Plaats van de werf
14098 Vertrouwt geen Vriend hevelaak ijzer in 1900 Haring Wilnis
Gebied en vracht
Oorspronkelijk vaargebied Oorspronkelijk soort vracht Huidige ligplaats
Het schip werd tot na de Tweede Wereldoorlog gebruikt als zandschip met een korte periode om kolen te vervoeren van Utrecht naar Vreeswijk, toen de eerste eigenaar in plaats van zand, kolen ging vervoeren. De tweede eigenaar, Van Dijk uit Vreeswijk komt uit een familie die al decennia werkzaam in de zandwinning op de Lek, een belangrijke industrie in Vreeswijk. Het schip wordt intensief ingezet om zand te beugelen op de Lek en wordt bevaren door verschillende zonen van hem. Zand Utrecht en het Gooi
Korte geschiedenis van dit schip
Het schip is gebouwd als zeilende zandaak in 1900. Het schip wordt gebruikt om zand te beugelen op de Lek vanuit Vreeswijk. Het schip werd tot na de Tweede Wereldoorlog gebruikt als zandschip met een korte periode om kolen te vervoeren van Utrecht naar Vreeswijk, toen de eerste eigenaar in plaats van zand, kolen ging vervoeren.
In (waarschijnlijk)1931 wordt een zijschroefinstallatie geplaatst t.b.v. de aandrijving en om het laden/lossen van zand te vergemakkelijken.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebruik van het relatief kleine scheepje steeds onrendabeler.
Vanaf 1960 wordt de aak gebruikt als woonschip. Alleen het casco blijft intact; dekken worden ingekort om zoveel mogelijk woonruimte te creëren.
In 1967 wordt het casco compleet gedubbeld. Bekend is dat het schip in haar werkzame leven al twee keer is gezonken en het casco was bijzonder slecht geworden. De dubbeling is fraai uitgevoerd en heeft er toe geleid dat het scheepje is behouden!
Tot 2008 is het schip in gebruik als woonark. Na aankoop door fam. Van der Mark wordt het schip volledig “gestript” en als kaal casco ingezet voor vervoer van molenonderdelen. De aandrijving geschiedt ofwel met de vaarboom ofwel met een opduwer.
In 2014 gaat het casco met hulp van een sleepboot naar de museumwerf van Vreeswijk. Daar wordt een begin gemaakt met de motorisering: op de helling een schroefraam, schroefas en schroef. In het water vervolgens een motor (een nieuwe Caterpillar 100pk) en nieuw aanhangend roer.
Illustraties:
Klik hier voor de afbeelding Rietaak in 2009 op de werf in Zwartsluis
Gemaakt op/in: 2009
Creative Commons Licentie

Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster).
Klik hier voor de afbeelding De aak anno 2017
Gemaakt op/in: 2016
Creative Commons Licentie

Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster).
Klik hier voor de afbeelding vooraanzicht aak
Gemaakt op/in: 2017
Creative Commons Licentie

Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster).
Klik hier voor de afbeelding Achteraanzicht aak
Gemaakt op/in: 2017
Creative Commons Licentie

Klik op de thumbnail voor een grotere illustratie (opent in een nieuw venster).
Maten
Lengte Breedte Diepgang Holte Tonnage Hoogte mast
17 m 00 cm 3 m 50 cm 0 m 60 cm
Brandmerken:
Gegevens van het kadasternummer (brandmerk) “31 B Utr 1927”
Brandmerk Naam eigenaar (vlgns kadaster) Naam schip (vlgns kadaster) Bijzonderheden
31 B Utr 1927 Geanonimiseerd. Alleen zichtbaar voor LVBHB-leden. Vertrouwd geen Vriend -
Motoren:
Merk Type Serienr. Bouwjaar Nieuw of gereviseerd? Jaar geplaatst Jaar afgedankt
Caterpillar C4.4. 2009 Nieuw 2015
Verhalen over dit schip:
cultuurhistorische beschrijving
Wilnisse aak “Vertrouwt geen Vriend” April 2017 Van: Rolf van der Mark met dank aan het uitzoekwerk van George Snijder Object; soort schip en aard van de romp Het object is een zandaak, een zogenaamde Wilnisse aak, een zeilend binnenvaartscheepje van 17,05 meter lang, 3,50 meter breed met een waterverplaatsing van 41,982 ton. De romp is van ijzer en is geklonken. Werf van aanbouw Het schip loopt als de Vertrouwt geen Vriend in 1900 van de werf van Haring in Wilnis. Opdrachtgever Het schip is gebouwd voor J.H. van Leusden uit Vreeswijk en wordt op 15 maart 1900 in Utrecht gemeten onder meetnummer U19N. Bouwkosten en financiering Op 19 oktober 1899 begint de bouw van het schip en in de week van 4 februari 1900 wordt de laatste hand aan het schip gelegd, 17 weken om een aak van 17 x 3,5 meter te maken voor een prijs van 1700 gulden. Hoe het schip is gefinancierd door J.H. van Leusden is niet bekend. Werk of vaargebied Het schip werd tot na de Tweede Wereldoorlog gebruikt als zandschip met een korte periode om kolen te vervoeren van Utrecht naar Vreeswijk, toen de eerste eigenaar in plaats van zand, kolen ging vervoeren. De tweede eigenaar, Van Dijk uit Vreeswijk komt uit een familie die al decennia werkzaam in de zandwinning op de Lek, een belangrijke industrie in Vreeswijk. Het schip wordt intensief ingezet om zand te beugelen op de Lek en wordt bevaren door verschillende zonen van hem. Speciale eigenschappen of kenmerken van het schip Deze Wilnisse aak is een zogenaamde heefaak of hevelaak: schepen, die niet voorzien zijn van een aangezette steven, maar waar de steven een vlakke plaat is waaraan de huidgangen zijn bevestigd. Hevelaken in grotere maten waren een typisch Zuid-Hollandse specialiteit. Met hun lichte bouw en lage kruiphoogte waren ze bij uitstek geschikt om in verhouding veel lading over smalle binnenwateren en onder lage bruggen door te vervoeren. Ze hebben een roefje en een achterdek en kunnen voorzien zijn van gangboorden. Het model is in voor- en achterschip goed herkenbaar; de heve valt tot bovenaan toe sterk naar buiten. Onder de categorie typische Utrechtse hevelaken valt de Wilnisse aak. Uiterlijke kenmerken van de Wilnisse aak zijn: het boeisel in kop en kont valt naar binnen en de kop en kont eindigen in een punt. De Wilnisse aak “Vertrouwt geen vried” had geen luikenkap en geen gangboorden. Wel was er een klein roefje. Gereedschap voor ladingsbehandeling Voor dit soort schepen (zandschepen) was een zijschroefinstallatie gebruikelijk, die niet alleen voor de aandrijving zorgde, maar ook de laad/los installatie aandreef waardoor het zware handbeugelen met een mechanische grijper kon gebeuren. Voortbeweging Het schip is gebouwd als zeilschip. Later (jaren dertig) is een zijschroefinstallatie geplaatst die voor de aandrijving van zowel het schip zelf als de laad/losinstallatie werd benut. Motor Ruwoliemotor van 10 pk (een Deutz nummer 663148). Jaar van inbouw waarschijnlijk 1931. Eigenaren en namen van het schip Het schip is gebouwd voor J.H. van Leusden uit Vreeswijk en wordt op 15 maart 1900 in Utrecht gemeten onder meetnummer U19N. Op 31 mei 1923 wordt het schip hermeten onder het zelfde nummer in Vreeswijk. Waarschijnlijk wordt dan ook de naam veranderd in Jacobus Hendricus. Op 8 augustus 1927 is Jacobus Hendricus van Leusden uit Vreeswijk nog steeds eigenaar van het schip. Bij de inschrijving in het hypotheekregister wordt de naam Hermina drie (let op de letters in de naam) genoteerd met een waterverplaatsing van 42,544 ton conform de hermeting uit 1923. Het schip is een ‘ijzeren zeilroefaakschip hebbende 1 achterroef, 2 dekken, 1 mast en 1 giek’. Op 28 september van dat jaar (1927) wordt Pieter van Dijk Pieterszoon uit Vreeswijk eigenaar van het schip. Het schip wordt op 30 september 1931 hermeten. Het ‘aakschip hebbende 1 mast, een roef een vooronder en een laadruim’ krijgt een zijschroefinstallatie met een ruwoliemotor van 10 pk (een Deutz nummer 663148). In 1952 gaat het schip op 23 december over naar Pieter van Dijk jr. de zoon van Pieter van Dijk Pieterszn. De naam wordt dan genoteerd als Hermina III. In 1960 verkoopt Piet van Dijk jr. de Hermina III en de nieuwe eigenaar maakte er een woonark van (Kadaster toegang 290 nr. 55 Scheepsbewijzen brief aan P. van Dijk jr. in Vreeswijk d.d. 1 december 1960). De nieuwe eigenaar vernieuwt de registratie in het Kadaster niet (waarvoor hij 30 dagen de tijd had) en op 24 februari 1961 haalt het Kadaster de te boekstelling door. Dat klopt met de aantekening in de binnenligger, dat de waterverplaatsing van het schip op 24 februari 1961 minder dan 10 kubieke meter is en het dus niet meer in het Kadaster ingeschreven hoeft te zijn. Een rekening uit 1964 op naam van W. Wouters geeft als naam van de woonark Luctor et Emerco (Emergo?). In 1978 gaat het schip over naar W.A.M. Verheul. Het woonschip heet De Eenhoorn en ligt aan de Da Costakade in Utrecht. Sinds 1990 is M.G. Froom de eigenaar. Hij schrijft het woonschip in bij het Kadaster in Amsterdam met brandmerk 12898 B A 1996. Het schip is niet met een hypotheek belast. In 1996 wordt het schip getaxeerd door een scheepsmakelaar en op zijn aanraden wordt het schip in 1997 gehellingd voor onderhoud bij de werf van Buitenweg in Vreeswijk. In 2008 kopen Rolf en Lia van der Mark de woonark voor de oudijzerprijs terwijl het schip in Lelystad ligt. Eigenaar is dan Termaten, waarvan verdere gegevens ontbreken. De Hermina III vaart Vreeswijk in; beeld uit de jaren ’50. Historie van de functies van het schip Het schip is gebouwd als zeilende zandaak in 1900. Het schip wordt gebruikt om zand te beugelen op de Lek vanuit Vreeswijk. Het schip werd tot na de Tweede Wereldoorlog gebruikt als zandschip met een korte periode om kolen te vervoeren van Utrecht naar Vreeswijk, toen de eerste eigenaar in plaats van zand, kolen ging vervoeren. In (waarschijnlijk)1931 wordt een zijschroefinstallatie geplaatst t.b.v. de aandrijving en om het laden/lossen van zand te vergemakkelijken. Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebruik van het relatief kleine scheepje steeds onrendabeler. Vanaf 1960 wordt de aak gebruikt als woonschip. Alleen het casco blijft intact; dekken worden ingekort om zoveel mogelijk woonruimte te creëren. In 1967 wordt het casco compleet gedubbeld. Bekend is dat het schip in haar werkzame leven al twee keer is gezonken en het casco was bijzonder slecht geworden. De dubbeling is fraai uitgevoerd en heeft er toe geleid dat het scheepje is behouden! Tot 2008 is het schip in gebruik als woonark. Na aankoop door fam. Van der Mark wordt het schip volldig “gestript” en als kaal casco ingezet voor vervoer van molenonderdelen. De aandrijving geschiedt ofwel met de vaarboom ofwel met een opduwer. In 2014 gaat het casco met hulp van een sleepboot naar de museumwerf van Vreeswijk. Daar wordt een begin gemaakt met de motorisering: op de helling een schroefraam, schroefas en schroef. In het water vervolgens een motor (een nieuwe Caterpillar 100pk) en nieuw aanhangend roer. Het begin van de restauratie is er!  
Bijzonderheden
Deze aak is een zogenaamde heefaak of hevelaak: schepen, die niet voorzien zijn van een aangezette steven, maar waar de tot potdeksel of berghout omhooggebogen kielgang de functie overneemt van de steven waar de huidgangen op aansluiten. Met hun lichte bouw en lage kruiphoogte waren ze bij uitstek geschikt om in verhouding veel lading over smalle binnenwateren en onder lage bruggen door te vervoeren. Ze hebben veelal een roefje en een achterdek en kunnen voorzien zijn van gangboorden. Het model is in voor- en achterschip goed herkenbaar; de heve valt tot bovenaan toe sterk naar buiten. Onder de categorie typische Utrechtse hevelaken valt deze aak. Uiterlijke kenmerken van de aak zijn: het boeisel in kop en kont valt naar binnen en de kop en kont eindigen in een punt. De aak “Vertrouwt geen vriend” had geen luikenkap en geen gangboorden. Wel was er een klein roefje.